Terminologie

Cijfercodes

Bv. 7 x 50 124/1000m

Het eerste cijfer geeft de vergroting aan. Als tweede cijfer vinden we de diameter van het objectief in millimeter terug. De volgende cijfers tonen het waarnemingsveld aan dat met de kijker kan worden gezien op 1000 meter afstand.

Uittredepupil

Als we de objectiefdiameter delen door de vergroting bekomen we de uittredepupil.

Vb. 50:7 = 7.14

De uitkomst is de diameter van de lichtbundel die ons oog bereikt. Deze waarde is belangrijk omdat ze mee bepaalt waarvoor onze kijker gebruikt kan worden. Een kijker met een kleine uittredepupil kan alleen bij dag gebruikt worden. Dit alles heeft te maken met de diameter van de pupil. Bij nacht is onze pupil het grootst, ongeveer 7mm, daarom moet de uittredepupil van een nachtkijker zo groot mogelijk zijn.

Lichtsterkte

De lichtsterkte is de uittredepupil in het kwadraat.

Vb. 7.14² = 50.98

Hoe groter de lichtsterkte, hoe meer licht de kijker zal doorlaten.

Gezichtsveld

Het gezichtsveld wordt meestal aangegeven op een afstand van 1000m.

Vb. 124/1000

Hoe groter het gezichtsveld, hoe comfortabeler het gebruik. Vooral bij bewegende objecten is een groot gezichtsveld belangrijk. Verrekijkers met een groothoek gaan het gezichtsveld nog eens vergroten met 15 tot 35%, afhankelijk van de vergroting.